Weelderige vegetatie ontvouwt zich op plaatsen waar de bodem diep genoeg is om voor planten significante hoeveelheden water op te slaan. De bodem van de Negev is zeer vruchtbaar en kan wildflowers1planten tijdens lang aanhoudende droogteperioden van voeding voorzien. De evolutie heeft woestijnplanten met een veelvoud van aanpassingsmogelijkheden voorzien, die het hele jaar door kunnen worden waargenomen. Als het voldoende geregend heeft ontstaat er in de korte lente van de Negev een bloemenzee. Omdat de bovenste bodemlaag snel uitdroogt, ontkiemen en schieten sommige zaden wortel binnen een uur, om de droogte te ontkomen. Na de lente, als de woestijn heet en droog wordt, veranderen veel planten hun metabolisme radicaal en gaan in een soort slaaptoestand over, tot de volgende regen valt.
Veel struiken hebben tijdens de hete zomer een verbazingwekkend laag watergehalte van minder dan 2% van hun biomassa en kunnen toch nog overleven. Sommige planten zijn eetbaar en smaken zeer goed, bijvoorbeeld de bladeren van de struikmelde en de kappertjesplant. Dauw is een belangrijke waterbron voor korstmossen, die bijna in de hele Negev voorkomen. Enkele plantensoorten kunnen zelfs meerdere jaren zonder water. Oude bomen in droge valleien, bijvoorbeeld pistache, of palmbomen in oasen zijn hiervan voorbeelden.

 

De Negev heeft ook een soortrijk dierenleven. Een van de eerste soorten die een bezoeker ontmoet is de steenbok, die moeiteloos in het rotsige en steile terrein klimt en springt. Gieren wonen er ook. In de late namiddag vliegen ze elegant in de hete lucht, die na de hete middag opstijgt in de atmosfeer. Hagedissen, door de zon opgewarmd, bewegen met ongelooflijke vaart, wat ook geldt voor mieren, die voortdurend bezig zijn plantaardig materiaal voor hun nesten bij elkaar te sprokkelen.onagers1
Woestijnslangen kunnen haast overal gevonden worden en zij hebben zich goed aangepast aan de droogte. Sommige dieren zoals vossen, hyena’s, jakhalzen of wolven zijn schuw. Schorpioenen zoeken een schuilpaats onder platte stenen. Andere dieren zijn nagenoeg uitgestorven of moeten daarvoor behoed worden. De luipaard die ik in 2007 ontmoette, was éen van totaal negen luipaarden die destijds in zuid-Israël leefden. Een ander voorbeeld is de onager, die een beetje groter dan de gewone ezel is. Onagers zijn ontembaar, heel schuw en zodoende moeilijk te observeren.

In veel van mijn tochten komen aspecten van het wilde dier- en plantenleven in de Negev aan bod.